Speelklokken
Uurwerken met een mechanisch speelwerk voor muziek, zijn al eeuwen oud. In het Nabije en Verre Oosten werden al vóór het jaar 1300 uurwerken in combinatie met automaten en akoestische effecten geproduceerd.
Het grootste gedeelte van onze collectie, vindt de oorsprong echter in de Lage Landen. Hier ontstonden in de 14e eeuw torenuurwerken met carillon, die ook wel ‘zingende torens’ werden genoemd. Deze zingende torens hielpen mensen met de tijd toen het horloge nog niet bestond: na het spelen van een melodie, klonk een zogenaamde uurslag. De vroegste uurwerken met speelwerk uit het Westen, in huiskamerformaat, dateren uit de late 15e eeuw. Dit waren miniatuurversies van het torenuurwerk met carillon. De muziek werd gespeeld op bellen en de cilinders van deze klokken kon je vaak ook zelf versteken.
Uurwerken met bellenspeelwerk
In onze collectie bevinden zich veel uurwerken waarbij de muziek wordt gespeeld op een reeks gestemde bellen. Er zijn voorbeelden uit de 17e en 18e eeuw die gemaakt zijn in Engeland, Nederland en Zwitserland. Vooral in de 18e eeuw waren deze klokken heel populair bij de welgestelde, hogere burgerij. Deze klokken waren namelijk niet goedkoop. De melodieën die op deze klokken geprogrammeerd werden, waren vaak ook bekend met populaire, volkse teksten zoals Boerenballet en Hoor Kees, mijn vrijer.
Orgelklokken
Speelklokken waarbij de muziek wordt gespeeld op een serie orgelpijpen, worden orgelklokken genoemd. Deze waren nog duurder en exclusiever dan bellenspeelklokken. Bezitters van deze klokken vinden we vooral aan de hoven van vorsten en onder de allerrijksten. De vroegste nog bestaande orgelklokken dateren uit de 16e eeuw en zijn in Europa vervaardigd.
In de 18e eeuw beleefden deze klokken een muzikaal hoogtepunt. Op zijn orgelklokken voor de Engelse koning programmeerde klokkenmaker Charles Clay bijvoorbeeld melodieën van Händel. Er werden zelfs orgelklokken gemaakt met muziek die speciaal was gecomponeerd door Haydn en Mozart. Ook aan het uiterlijk van orgelklokken werd in de 18e eeuw veel aandacht besteed. Op de wijzerplaat van een klok van de Dordrechtse Cornelis Engeringh bijvoorbeeld, is een schildering van vier mannen die een doodskist aan het bouwen zijn. De symboliek hierachter is dat een klok staat voor het verstrijken van de tijd en de vergankelijkheid van het leven.
Snarenklokken
Snarenklokken zijn klokken waarbij de melodieën op snaren worden gespeeld. Deze zijn betrekkelijk zeldzaam. Dit kan heel goed te maken hebben met de kwetsbaarheid: bij de minste temperatuurwisseling klinken de snaren al vals. In de museumcollectie is een snarenklok te vinden die door de Duitse Jacob Ottsen is gemaakt in ca. 1770. Deze snarenklok speelt onder andere muziek van Bach.
Aan het eind van de 18e eeuw werd de speelkam uitgevonden, die het mogelijk maakte om veel meer tonen in een beperkte ruimte te stoppen. Speelkammen werden gedurende de gehele 19e eeuw gebruikt als klankbron in speelklokken. De muziekprogramma’s stonden op cilinders of geperforeerde platen of boeken. Ook kleine horloges werden van speelkammen voorzien. Behalve al deze vormen kwamen er ook samengestelde speelklokken voor, dat wil zeggen speelklokken met verschillende klankbronnen. Dit waren dure en zeldzame instrumenten. Roentgen & Kinzing maakten prachtige orgel- en snarenklokken voor onder andere Marie-Antoinette, Catharina de Grote en Frederik ll met muziek van Gluck.