15.10.2025

Straatorgel de Arabier na twee jaar terug in museum

Op vrijdag 3 oktober was het zover. Na een restauratie van twee jaar maakte het beroemde straatorgel de Arabier zijn feestelijke rentree in Museum Speelklok.

Straatorgel de Arabier
Straatorgel de Arabier

Tijdens de concertavond van de Kring van Draaiorgelvrienden op vrijdag 3 oktober was het straatorgel de Arabier voor het eerst in twee jaar weer te zien en te horen in Museum Speelklok. De restauratie van de Arabier vond plaats in het Restauratieatelier van Museum Speelklok. Het orgel draagt een rijke geschiedenis met zich mee en is dit jaar precies 100 jaar oud. Het bevat zowel orgelboeken van klassieke stukken van Bach tot popmuziek. Sinds 2008 schittert de Arabier in Museum Speelklok.

De Arabier in Groningen

Mevrouw Winters-Elderman zorgde voor een bijzonder en ontroerend moment tijdens de avond. In haar toespraak vertelde zij over haar vader, de heer Elderman. Hij was van 1952 tot 1977 exploitant van de Arabier in Groningen. In die tijd kreeg het orgel zijn grote bekendheid dankzij de vele grammofoonplaten die ervan werden gemaakt. Romke de Waard, rechter en medeoprichter van Museum Speelklok, arrangeerde tientallen muziekstukken voor de Arabier.

De geschiedenis van de Arabier

De Arabier werd in 1925 gebouwd door de Antwerpse orgelbouwer Pierre Verbeeck. In 1948 vonden grootscheepse aanpassingen plaats. Deze maakten het draaiorgel zoals we dat nu kennen. Het front leek erg op dat van Decap-orgels uit die tijd. De schilderstukken van de Arabier tref je op meerdere orgels aan omdat Verbeeck en Decap dezelfde frontenleverancier hadden. De beschilderingen zijn een voorbeeld van het exotisme ze verheerlijken het ‘verre’ Oosten, maar zijn daarmee stereotyperend. Het schilderwerk werd ook gerestaureerd de afgelopen twee jaar.

De Arabier op de Nederlandse straten

Na aanschaf speelde de Arabier al in 1926 in Amsterdam bij vergunninghouder Herman Tokkie. In 1933 werd het orgel uitgebreid met een accordeon en speelde het in Hoorn, Enkhuizen, Den Helder en IJmuiden. De firma Perlee kocht het orgel in 1935 en plaatste onder andere een bourdonregister. De accordeon bleek op straat niet te voldoen, was snel vals en werd weer verwijderd. Dit geeft dus aan dat orgels aangepast werden door (nieuwe) technische mogelijkheden, maar dus ook zeker aan de hand van de op dat moment heersende smaak.

Het orgel tijdens de oorlog en daarna

De Arabier werd daarna in Amsterdam gebruikt en stond van ca. 1938 tot 1942 in Utrecht, op een door een paard getrokken wagen. In 1942 stelde de Duitse bezetter een verbod in op alle vermaak en dus ook op draaiorgels: de Arabier verdween voorlopig uit het straatbeeld. In 1948 kreeg het orgel een grootscheepse restauratie. Het werd verbouwd tot de staat waarin we het orgel nu kennen. Tijdens de Groningse jaren (1952-1977) kreeg de Arabier vijf prachtige beelden van oude orgels van Gasparini, Bruder en Limonaire. In 1977 keerde het terug naar de firma Perlee in Amsterdam waarna Museum Speelklok het orgel in 2008 verwierf voor de collectie. Het orgel stond in 1979 zelfs in de Top 40 en was te zien in het populaire programma Toppop.

Meer weten over onze collectie? Lees hier meer.

Restauratie geeft geheimen prijs

Na intensief gebruik met slechts klein onderhoud, was de Arabier toe aan een grote restauratie. Dit werd hoofdzakelijk uitgevoerd door restauratoren Peter van den Berg en Tristan Budel van Museum Speelklok. De middenkast van het orgel vertoonde veel scheuren en hield weinig verband meer. Dit werd verholpen waardoor de kast behouden kon blijven. Oud-restaurator van Museum Speelklok Martin Conrads voorzag de kast van een nieuwe fineerlaag, naar het voorbeeld van de originele laag. De blaasbalgen waren voor het laatst beleerd in mei 1965 – voor draaiorgelbegrippen lang geleden. Ook werd het leer van de balgen samen met het andere leerwerk in het orgel vervangen. Verder werden de orgelpijpen schoongemaakt en kleine scheuren in de pijpen met lijm dichtgemaakt. Het front verkeerde nog in prima staat. Kleine beschadigingen in de beschilderingen als gevolg van normaal gebruik op straat werden hersteld door Froukje van den Haven.

De restauratie gaf ook de herkomst van het orgel prijs. Tot voor kort werd altijd aangenomen dat het orgel door het Antwerpse draaiorgelbedrijf van Pierre Verbeeck werd gebouwd. Maar de specifieke constructie van de balg en drie stempels in de bakken van de cellobaspijpen maken duidelijk dat het orgel werd gebouwd door de fabriek van de gebroeders Decap in Antwerpen.