Collectie


Automaten

Mechanisch in beweging gebrachte taferelen, mens- of dierfiguren noemen we automaten. Automaten bevatten lang niet altijd een speelwerk, maar die in de collectie van Museum Speelklok natuurlijk wel!

Automaten kwamen in de Klassieke Oudheid al voor, maar waarschijnlijk speelden ze toen nog geen muziek. De automaten met een speelwerk duiken voor het eerst in een 9e-eeuws document op. In een verhandeling van de drie gebroeders Musa uit Bagdad is sprake van een automatische fluitspeler, die met behulp van een speeltrommel zijn instrument kan bespelen. Of deze mysterieuze automaat ook echt bestaan heeft, weten we niet.

Automaten in de 16e en 17e eeuw

Aan het einde van de 16e en het begin van de 17e eeuw bevond zich in het Duitse Augsburg het centrum van de Europese uurwerkmakerij. Onder andere voor de Habsburgse vorsten werden behalve uurwerken ook bijzondere tafelstukken geleverd. Van mechanische wagentjes met bewegende figuren die op van te voren bepaalde tijdstippen in actie komen tot miniatuurschepen die al deinend en schietend over tafel gaan; uitgevoerd in zilver en goud en vaak beschilderd. De muziek die de Augsburgse automaten speelden was eenvoudig.

Museum Speelklok vervaardigde een aantal jaren geleden een ‘working model’ van zo’n schietend schip; met muziek, bewegende figuren op het dek en tot slot een daverend kanonschot met echt buskruit. Om dit working model te mogen demonstreren moest er zelfs een vuurwapenvergunning worden aangevraagd!

18e eeuw

Tot in de 18e eeuw zijn er verder nauwelijks muziekautomaten te traceren. De beroemde ‘Musicienne’ (ca. 1770), een levensgrote automatische dame die een orgeltje bespeelt van de Zwitserse automatenmaker Jaquet-Droz, is één van de mooiste voorbeelden uit die eeuw. Voordat zij gaat spelen, kijkt zij om zich heen, terwijl zij zichtbaar ademhaalt. Dan buigt zij voorover en bespelen haar vingers de toetsen van een pijporgeltje. Haar armen bewegen heen en weer, haar ogen volgen de vingerbewegingen. Ten slotte maakt ze een buiging naar het publiek. Deze eeuwenoude robot is nog in volle glorie in het Stedelijk Museum van Neuchâtel te bewonderen.

19e eeuw

Verreweg de meeste muziekautomaten dateren uit het einde van de 19e eeuw: mens- en dierfiguren met een klein cilinderspeelwerk met speelkam. Een belangrijk centrum van deze grote automatenproductie was de Parijse wijk Le Marais. Hier waren de bekende automatenbouwers zoals Vichy, Roullet & Decamps, Bontems, Lambert en Phalibois gevestigd. Van hun hand overspoelde een vrolijke stoet van goochelende apen, vioolspelende clowns, dansende poezen, theedrinkende Chinezen en jonglerende Turken de markt.

Museum Speelklok in Utrecht heeft pronkstukken van deze automatenbouwers in de collectie. Van G. Vichy zijn er de ‘Japanse dame met parasol’ (ca. 1885) en de ‘Theedrinkende Chinese heer’ (ca. 1885)  en het ‘Dansend Paar’ (ca. 1880). Tot de publiekslievelingen behoren de konijnen in een kool van o.a. Roullet & Decamps. Hoewel deze technisch en muzikaal tot de eenvoudigste automaten behoren.

Deelcollectie automaten

In de tweede helft van de 19e eeuw worden talrijke automaten onder een glazen stolp gemaakt. Een spectaculair voorbeeld hiervan is de zogenaamde ‘Kolibrieklok’ (ca. 1870), waar tijdens het muzikale spel vogels zingen en vliegen en een waterval begint te stromen. De maker van de kooi, B. Bontems, is ook bekend van zijn kooien met levensechte automatisch zingende vogels. Schilderijen met een bewegend tafereel behoren ook tot de deelcollectie automaten. Een voorbeeld is het complexe schilderij door Hendrik Olland in Groningen. Behalve een uur-, speel- en slagwerk bevat het een klokkenluiderswerk en een mechaniek voor bewegende golven en schepen, draaiende molens en bewegende mensfiguren.

Terug naar boven
Privacy Statement Disclaimer ontworpen & ontwikkeld door Eagerly